Hoe negen jaren in Tilburg mijn blik op de stad veranderden

De maand augustus is nog maar net aangebroken, als ik voor de laatste keer over de Spoorlaan fiets. Ik ben onderweg naar een flexwerkplek waar ik regelmatig neerstrijk sinds ik een paar maanden geleden mijn bedrijf Clien Communicatie oprichtte. De ochtendzon die me vanaf de Interpolistoren tegemoet schijnt, maakt me weemoedig. Want wat heb ik dit rondje vaak gefietst. Voor een avondje uit in de stad, een etentje of voor een rondje langs één van de winkels in de Heuvelstraat.

Bijna negen jaar geleden kwamen mijn vriend en ik hier wonen. Weg uit het dorp waar de meeste vrienden en familie woonden, het dorp dat we desondanks besloten te verlaten. De veelzijdigheid van de stad lonkte naar ons. Tilburg, dat was ook niet zo ver van waar we vandaan kwamen. Het besluit voelde daarom behalve een tikkeltje spannend, vooral heel logisch.

Vanaf het moment dat ik voor Dichtbij.nl mocht gaan werken als community manager, leerde ik de stad pas echt goed kennen. In het sollicitatiegesprek had ik mezelf natuurlijk gepresenteerd als een alleskenner over de stad. Met die kennis viel het toen nog wel mee. In de jaren die volgden, zou ik Tilburg pas echt goed leren kennen. Opnieuw leren kennen, misschien wel. Want één aspect valt heel erg op als ik terugblik op die tijd: wat is de stad veranderd. Zo herinner ik me het interview dat ik begin 2012 voor Dichtbij.nl hield. De interviewkandidaat wilde vanwege zijn affiniteit met de watersport afspreken in de Piushaven. Gedesillusioneerd liepen we al snel na het afgesproken tijdstip vanuit de Piushaven terug naar het Piusplein. Daar konden we tenminste wél neerstrijken voor ons interview, want op de afgesproken plek was geen horecagelegenheid te bekennen waar we terecht konden. Nee, ook Burgemeester Jansen was die middag niet geopend.

Ook al gaan we Tilburg nu verlaten, ik hoor de trots in mijn stem als het op feestjes over de veelzijdigheid van de stad gaat en de ontwikkeling die Tilburg in de afgelopen negen jaar heeft doorgemaakt. En dus nam ik de afgelopen weken telkens een beetje afscheid van de stad. Fietste ik nog eens een rondje door de stad, met de kleine voorop. Door de Piushaven waar restaurants en winkels omhoog zijn geschoten en vanuit de Willem II straat naar de Burgemeester Brokxlaan, waar we door het fietstunneltje de Spoorzone inschieten.

Want hoe zeer ik de nabijheid van de Loonse en Drunense Duinen ook ga waarderen straks, de dynamiek verdwijnt. En dus ga ik deze week, op de valreep, ook eens een rondje hardlopen door de stad. Om 7 uur ’s ochtends, een initiatief vanuit De Burgerij. Omdat ik het nog een keer wil meemaken.

Ik fiets verder en passeer het inmiddels bekende plaatje van rokende jongeren die op het punt staan aan hun werkdag bij Teleperfomance te beginnen. Zomaar een beeld dat ik altijd zo typerend vind tijdens mijn fietsrondje door Tilburg op de vroege ochtend.

Het mag dan misschien het laatste rondje op de fiets zijn, het is zeker niet het laatste bezoek aan Tilburg.